Drs. Christa C.J.C. de Geus, Dr. Maaike M.A. Huysmans, Dr. Jolanda H.J. van Rijssen, Prof. dr. Han J.R. Anema
Mijn naam is Christa de Geus. In 2017 ben ik afgestudeerd van de Research Master Public Administration and Organizational Science. Vervolgens heb ik van november 2017 tot februari 2018 gewerkt als Trainee bij UWV Werkbedrijf. In februari 2018 ben ik gestart met mijn promotieonderzoek naar passende WIA WGA dienstverlening. Op 13 februari 2025 heb ik mijn proefschrift verdedigd, hiermee is mijn promotieonderzoek officieel afgerond.
Bij UWV bestaat de behoefte om dienstverlening doelmatiger en meer uniform te maken door triage op klantkenmerken en beslissingsondersteunende modellen. Het is daarbij belangrijk de stap te maken van werken op basis van ervaring van professionals, naar het methodisch werken op een wetenschappelijke basis. Deze algemene lijn is ook relevant voor de WIA WGA dienstverlening.
Het overkoepelende doel van dit project was om de kwaliteit van de re-integratiedienstverlening door re-integratieprofessionals van UWV voor personen met een langdurige (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid te verbeteren en hiermee hun kansen op terugkeer naar werk te vergroten.Hiertoe hebben we een evidence-based, oftewel een zoveel mogelijk op wetenschappelijke inzichten gebaseerde, beslishulp ontworpen en de effectiviteit en de haalbaarheid van het gebruik van deze beslishulp in de praktijk getest.
Doel I: beschrijving van de huidige Nederlandse re-integratiedienstverlening voor mensen met een (gedeeltelijke) WIA WGA-uitkering
In een dossierstudie is de huidige Nederlandse re-integratiedienstverlening voor mensen met een (gedeeltelijke) WIA WGA-uitkering in kaart gebracht aan de hand van de gegevens van 197 cliënten die re-integratiedienstverlening hebben ontvangen bij UWV tussen januari 2017 en december 2018. In de huidige situatie kan de re-integratieprofessional kiezen uit twee re-integratietrajecten die aangeboden kunnen worden aan de cliënt; een traject gericht op het gereed maken van de cliënt voor werk en een traject gericht op het daadwerkelijk vinden van werk. Deze keuze baseert de professional op de situatie en kenmerken van de cliënt. De trajecten verschillen in inhoud, doel, intensiteit en duur. Deze studie toonde aan dat - hoewel beide trajecten in theorie een ander doel hebben en andere activiteiten bevatten - de inhoud in de praktijk voor een deel overlapt. In beide categorieën was ongeveer de helft van de trajecten effectief in het bereiken van het doel, terwijl een vijfde van de trajecten voortijdig werd beëindigd. De meest genoemde redenen voor het niet succesvol afronden van een traject waren dat de belemmeringen van de cliënt complexer waren dan aanvankelijk beoordeeld door de professional en dat de cliënt geen werk kon vinden.
Doel II: het ontwikkelen van een evidence-based beslishulp om re-integratieprofessionals en mensen met een (gedeeltelijke) WIA WGA-uitkering te ondersteunen in de re-integratiedienstverlening zodat praktijkvariatie verminderd wordt en terugkeer naar werk bevordert
Voor het ontwikkelen van een beslishulp die professionals kan helpen bij het kiezen van bij de cliënt passende re-integratiedienstverlening, is eerst in de literatuur gekeken welke informatie daar al beschikbaar is. Vervolgens is deze informatie voorgelegd aan professionals om te kijken wat het best passend is bij de WIA WGA-doelgroep. Een multidisciplinair panel bestaande uit arbeidsdeskundigen, adviseurs intensieve dienstverlening en verzekeringsartsen van UWV werd gevraagd om consensus in de groep te bereiken over welke factoren het belangrijkst zijn voor de re-integratie van mensen met langdurige ziekteverlof. Het panel bereikte consensus over welke factoren belangrijk waren voor de werkhervatting van deze doelgroep (bijvoorbeeld motivatie om terug te keren naar werk en financiële problemen). Ook bereikten ze consensus over welke interventies ingezet kunnen worden om de belemmerende factor te verminderen. Zo kwamen ze bijvoorbeeld tot de conclusie dat de factor ‘motivatie’ beïnvloed kon worden met een interventie gericht op het verbeteren van het zelfbeeld en zelfkennis, en dat de factor ‘financiële problemen’ aangepakt kan worden door te verwijzen naar een andere instantie. Veel van de factoren die een rol spelen in de re-integratie van mensen met een korter ziekteverlof blijken ook van belang voor de re-integratie van mensen die langdurig verzuimen. Een groot gedeelte van deze factoren kan aangepakt worden met een re-integratie-interventie. De resultaten van deze studie zijn vervolgens gebruikt om de inhoud van een beslishulp voor re-integratieprofessionals en cliënten te ontwikkelen.
Met de beslishulp worden bevorderende en belemmerende factoren voor de terugkeer naar werk in kaart gebracht. In een gesprek tussen professional en cliënt worden de belangrijkste belemmerende factoren besproken. Vervolgens wordt een keuze gemaakt welke factoren in de re-integratiedienstverlening aan bod zouden moeten komen. Op basis van de belemmerende factoren geeft de beslishulp aanbevelingen voor bij de klant passende re-integratiedienstverlening.
Doel III: evaluatie van de evidence-based beslishulp
De beslishulp is op twee manieren geëvalueerd: in een experimentele studie en in een haalbaarheidsstudie. In de experimentele studie werd door middel van cliëntcasussen onderzocht of de beslishulp hielp bij het kiezen van de juiste factoren en bij het kiezen van de best passende dienstverlening. Ook werd onderzocht of de beslishulp invloed heeft op het vertrouwen van de professional in zijn of haar beoordeling. Uit het onderzoek blijkt dat het gebruik van de beslishulp ertoe leidde dat professionals vaker overeenstemming hadden over de meest belemmerende factoren voor een cliëntcasus en over de best passende re-integratiedienstverlening voor een casus. Het gebruik van de beslishulp leidde echter niet tot een significant hoger vertrouwen van de professional in zijn of haar beoordeling.
In de haalbaarheidsstudie is de beslishulp in de praktijk getest door 10 professionals die de beslishulp gebruikt hebben in de dienstverlening aan de cliënt en in hun bijbehorende advies naar de cliënt. Zowel re-integratieprofessionals als cliënten waren tevreden met deze dienstverlening. Re-integratieprofessionals gaven bijvoorbeeld aan dat de vragenlijst hen hielp bij het voeren van een meer inhoudelijk gesprek. Cliënten gaven aan dat ze het fijn vonden dat, doordat zij voorafgaand aan het gesprek een vragenlijst hadden ingevuld, de re-integratieprofessional voor het gesprek al informatie over hun situatie had. Er werd ook een aantal belemmeringen genoemd voor de implementatie van de beslishulp. Zo was het voor professionals belemmerend dat de beslishulp niet in het digitale systeem van UWV was geïntegreerd en is verdere training in het gebruik van de beslishulp gewenst. Ook moet nagedacht worden over de toegankelijkheid van de beslishulp voor de cliënt. Deze studie liet zien dat het haalbaar is om de beslishulp in de dagelijkse praktijk van de re-integratieprofessional te implementeren. Het is dan echter wel belangrijk om de genoemde belemmeringen aan te pakken.
Dit proefschrift laat zien dat een beslishulp re-integratieprofessionals ondersteunt in het geven van gepersonaliseerde, evidence-based dienstverlening aan mensen met een WIA WGA-uitkering. Op basis van de uitkomsten van dit proefschrift kan de beslishulp verder ontwikkeld worden. Daarnaast is meer onderzoek nodig naar de effectiviteit van de beslishulp. Desondanks toont dit proefschrift aan dat professionals en cliënten tevreden zijn met re-integratiedienstverlening waarin gebruik wordt gemaakt van een beslishulp en dat de beslishulp waardevol kan zijn om de kwaliteit en effectiviteit van de re-integratiedienstverlening te verbeteren, wat de weg vrijmaakt voor implementatie van de beslishulp in de praktijk.
Voor meer informatie: m.huijsmans@amsterdamumc.nl
Up date datum: 12-2-2025