Laptop 2x en 2 mannen

Onderzoek

Het KCVG voert onderzoek uit dat afgestemd is op kennislacunes binnen het gehele spectrum van de verzekeringsgeneeskundige uitvoeringspraktijk. Daarbij gaat het zowel om langer lopende promotietrajecten als kleinschalige projecten. Deze projecten zijn onderdeel van het onderzoeksprogramma KCVG. Het onderzoeksprogramma van KCVG wordt nu uitgevoerd door AUMC, UMCG, UWV en partners. Daarnaast worden buiten het eigen onderzoeksprogramma van KCVG, schilprojecten uitgevoerd in samenwerking met externe partners. We onderscheiden de volgende onderzoeksprojecten.

Onderzoeksprojecten

  1. Eigen onderzoeksprojecten KCVG:
    1.a.
    Promotieonderzoeken
    1.b. Kleinschalige projecten
    1.c. Scriptiebegeleiding
  2. AWP projecten
  3. Schilprojecten

1. Eigen onderzoeksprojecten KCVG

1.a. Promotieonderzoeken

Langer lopende promotietrajecten worden uitgevoerd door junioronderzoekers. Dit zijn veelal verzekeringsartsen (in opleiding) die ook in de praktijk bij UWV werkzaam zijn, waardoor de brug tussen wetenschap en praktijk gestalte krijgt. Het project heeft de omvang vaneen AIO- of substantieel postdocproject en is relevant voor de verzekeringsgeneeskunde.

Het onderzoek wordt begeleid door een team van één van de bij KCVG aangesloten universiteiten. Dit team bestaat uit hoogleraren en senior onderzoekers, die zijn verbonden aan KCVG en meestal ook aan de betreffende universiteit. Het thema van het promotieonderzoek is uitgewerkt door het begeleidingsteam, is relevant voor de verzekeringsgeneeskunde en sluit aan bij de Kennisagenda van UWV. Eveneens kan promotieonderzoek een vervolg zijn van een succesvol afgerond kleinschalig project. De promovendus voert het onderzoek uit gedurende drie dagen per week en het onderzoeksproject wordt afgesloten met een academische promotie.

Voor inbedding van een langlopend onderzoek in het KCVG onderzoeksprogramma dient het onderzoeksproject te voldoen aan vier criteria, te beoordelen door het KCVG bestuur:

  1. Omvang: het onderzoek heeft een omvang in de orde vaneen aio- of een substantieel postdocproject.
  2. Relevantie: het project dient relevant te zijn voor het handelen in de verzekeringsgeneeskunde; aansluiting van het onderwerp van het project bij lopende onderzoekslijnen in het programma van het KCVG kan een voordeel zijn, maar ook complementair onderzoek kan voor beide partijen interessant zijn.
  3. Kwaliteit: voor de kwaliteit van alle onderzoekaanvragen in het kader van het KCVG onderzoeksprogramma worden criteria gehanteerd vergelijkbaar met de kwaliteitseisen zoals deze gelden voor peer reviewed subsidieaanvraag procedures (bijvoorbeeld zoals bij ZonMw).
  4. Deelname aan besprekingen: er wordt verwacht dat regelmatig wordt deelgenomen aan inhoudelijke werkbesprekingen. De projectleider en/of primaire onderzoeker van het onderzoek wordt periodiek uitgenodigd om de voortgang te bespreken.

1.b. Kleinschalige projecten

Kleinschalige projecten worden opgezet om wetenschappelijke onderbouwing te verschaffen voor concrete vragen vanuit de verzekeringsgeneeskundige praktijk binnen de context van actuele maatschappelijke ontwikkelingen. De praktijkgerichte projecten die tot stand komen op basis van vragen uit de praktijk worden uitgevoerd door (verzekerings)artsen van UWV die geïnteresseerd zijn in het doen van onderzoek. Deze (verzekerings)artsen worden voor maximaal 0.4 fte gedetacheerd naar het KCVG voor maximaal één jaar.Gedurende deze periode worden ze begeleid door een senioronderzoeker van het KCVG.

Een kleinschalig project biedt (verzekerings)artsen de mogelijkheid om laagdrempelig kennis te maken met het doen van onderzoek. Andere professionals bij UWV die acteren in de verzekeringsgeneeskundige praktijk worden echter niet uitgesloten. Ook de academische werkplaatsen (AWP’en) kunnen actief participeren in deze projecten. Scriptiebegeleiding voor AIOS valt ook onder de kleinschalige projecten. Een kleine commissie binnen KCVG toetst laagdrempelig en snel of een projectvoorstel uitgevoerd kan worden als kleinschalig KCVG project.

1.c. Scriptie begeleiding

AIOS scriptiebegeleiding wordt door het KCVG aan AIOSSEN in het kader van hun opleiding tot verzekeringsarts aangeboden. Hierbij gaat het om AIOSSEN die net iets meer uit hun scriptieonderzoek willen halen. De scriptiebegeleiding vanuit KCVG valt onder de kleinschalige projecten. Eventueel kan na het afronden van de scriptie overwogen worden het onderzoek onder voorwaarden uit te breiden naar een uitgebreider project.

2. AWP projecten

AWP staat voor Academische Werkplaats. Hierbij wordt de praktijk van UWV gebruikt als AWP om wetenschappelijke kennis te implementeren en om praktijkonderzoek uit te voeren. Het gaat hierbij om kennis die geïntegreerd wordt in het handelen van de verzekeringsarts, waarbij professionals uit de praktijk worden betrokken om deze integratie te evalueren. Een AWP project kan ook vanuit de UWV praktijk worden geïnitieerd.

3. Schilprojecten KCVG

Het KCVG staat open voor samenwerking met lopende en nog te starten projecten die buiten het onderzoeksprogramma van KCVG worden uitgevoerd door wetenschappelijke en andere instellingen, of door partners van KCVG via een andere financiering. Onderzoekers van KCVG zijn mede betrokken bij de uitvoer en/of begeleiding van deze projecten. Deze projecten worden, na voorleg en goedkeuring van het bestuur KCVG, KCVG schilprojecten genoemd.

Hierbij gelden als condities:

  1. Relevantie: het onderzoek is relevant voor het handelen in de verzekeringsgeneeskunde.
  2. Kwaliteit: voor de kwaliteit van alle onderzoeken buiten het kader van het KCVG onderzoeksprogramma worden criteria gehanteerd vergelijkbaar met de kwaliteitseisen zoals deze gelden voor peer reviewed subsidieaanvraag procedures (bijvoorbeeld zoals bij ZonMw). Het is denkbaar dat projecten die zich niet richten op uitvoering van onderzoek, interessant kunnen zijn voor samenwerking zoals projecten op het terrein van kennisverspreiding en opleiding. Dan kunnen andere kwaliteitseisen geformuleerd worden.
  3. Deelname aan besprekingen: er wordt verwacht dat regelmatig wordt deelgenomen aan inhoudelijke werkbesprekingen. De projectleider en/of primaire onderzoeker van het onderzoek wordt periodiek uitgenodigd om de voortgang te bespreken.