Een nieuwe week, dus het is tijd voor een nieuw promotieverhaal. Deze keer feliciteren we Henk-Jan Boersema. Op woensdag 29 november 2023 verdedigde Henk-Jan zijn proefschrift getiteld 'Het concept beperkte duurbelastbaarheid in de context van de arbeidsongeschiktheidsbeoordeling'. Hij promoveerde naast zijn werk als verzekeringsarts bij het UWV, waar hij 37 jaar in dienst was. Deze activiteiten vulden elkaar natuurlijk aan. Met zijn kersverse doctorstitel kan hij nu genieten van een welverdiend pensioen.
Beperkte duurbelastbaarheid - het onvermogen fulltime werkactiviteiten vol te houden - is een belangrijk item bij de arbeidsongeschiktheidbeoordeling. Hier is weinig onderzoek naar gedaan, terwijl er onduidelijkheid is over het concept. Met dit proefschrift draagt Henk-Jan Boersema bij aan de conceptualisering en operationalisering van het concept in de context van arbeidsongeschiktheidsbeoordeling.
Uit het onderzoek van Henk-Jan blijkt dat arbeidsongeschiktheid in veel Europese landen wordt beoordeeld tijdens een arbeidsongeschiktheidsbeoordeling. Uit interviews met verzekerings- en bedrijfsartsen en vertegenwoordigers van patiƫntenorganisaties bleek dat het niet kunnen voltijds werken een complex en in de tijd wisselend begrip is. Verder bleek dat naast medische factoren ook persoonlijke factoren een rol spelen.
Henk-Jan analyseerde registergegevens over arbeidsongeschiktheidsbeoordelingen van WIA-aanvragers. Uit deze analyses bleek dat bijna 40% van alle sollicitanten met resterend arbeidsvermogen werd beoordeeld als ongeschikt om fulltime te werken. Aanvragers van oudere leeftijd, vrouwelijk geslacht (vergeleken met mannen), hoger opgeleid (vergeleken met lager opgeleiden) en multimorbiditeit (lijdend aan twee of meer ziekten tegelijk) hadden een hoger risico om te worden beoordeeld met onvermogen om voltijds te werken.
Henk-Jan vond ook verschillen tussen ziektegroepen. Ziekten die vaak leiden tot vermoeidheid, cognitieve beperkingen en beperkingen in het dagelijks functioneren hebben over het algemeen sterkere positieve associaties met het onvermogen om fulltime te werken. Henk-Jan vond geen verband tussen het niet kunnen voltijds werken en het hebben van betaald werk een jaar na de beoordeling.
Henk-Jan formuleerde een aantal implicaties voor beleid en praktijk. Hij beschrijft hoe de opgedane kennis verwerkt kan worden in richtlijnen en protocollen. Ook schetst hij hoe de kennis gebruikt kan worden bij de ontwikkeling van opleidingsprogramma's voor verzekeringsartsen.
Begeleiders: Sandra Brouwer, Femke Abma, Tialda Hoekstra